Teamreflecties per thema
Blijf denken in kansen!
Anders dan andere jaren reflecteren op kwaliteit. Hoe doe je dat? Expertisecentrum Zuidwester (ECZ) ging er op een creatieve manier mee aan de slag. Assistent manager Esther Jajcevic vertelt voor welke vorm zij hebben gekozen en hoe ze de uitkomsten inzichtelijk heeft gemaakt.
Esther: “De zes vakgroepen van het ECZ zijn eerst onderling gaan reflecteren op kwaliteit. Vervolgens is vanuit elke vakgroep één medewerker afgevaardigd voor het ECZ-brede overleg. Daarbij sloten ook nog de coördinatoren en ikzelf aan. We hebben hierbij gekozen voor drie thema’s: vakbekwame en betrokken medewerkers; veilige zorg en ondersteuning; en samenspel tussen zorg en ondersteuning.”
Deel best practices
Zo ontdekten de vakgroepen dat er in hun werkwijze veel ‘couleur locale’ zit. Esther: “Daar zitten vaak heel succesvolle werkwijzen bij, maar die worden lang niet altijd gedeeld. We willen dus meer best practices gaan delen. Mogelijk kan het nieuwe ICD Pluriform hier iets in betekenen. Ook verschilt de aanpak per regio. Zo zijn ze in Goes heel goed bezig gebleven met ‘Gezond in Beweging’. Dat inspireerde andere vakgroepen om dit project weer nieuw leven in te blazen.”
Alle uitkomsten van de kwaliteitsreflectie heeft Esther samengevat in een infographic. “Daarin zie je heel overzichtelijk welke zorgkansen er nog zijn en hoe innovaties, zoals digitaal aftekenen, de kwaliteit van de zorg kunnen verbeteren. Ook het belang van het MDO en werken met Pluriform komen erin aan bod. Kortom, je ziet heel duidelijk welke verbeter- en aandachtspunten er zijn als het gaat om de kwaliteit van zorg te verbeteren.”
Benoem wat wél goed gaat
Esther merkt tot slot op hoe waardevol het was: “Normaal komt dit er niet van – dan ben je bezig met de drukte van alle dag.
Het is belangrijk af en toe een pas op de plaats te maken, elkaar een compliment te geven en verbeterpunten te formuleren. Laten we vooral ook kijken naar wat wél goed gaat. Zo houd je met elkaar positieve energie en blijven we denken in kansen.”
Uitkomsten kwaliteitsteamreflecties
Teams (primair proces, Eigenz, Ondersteunende Diensten en het Expertisecentrum) van Zuidwester hebben gereflecteerd op de thema’s vanuit de kwaliteitsflyer, namelijk op de zorgcyclus rond de cliënt, regie bij de cliënt, samenspel tussen zorg en ondersteuning, veilige zorg en ondersteuning en vakbekwame en betrokken medewerkers. Teams waren vrij om zelf te kiezen over welke (in ieder geval twee) thema’s zij met elkaar in gesprek gingen. Hieronder worden de uitkomsten weergegeven per kwaliteitsthema.
Zorgcyclus rond de cliënt
Teams geven aan dat de ondersteuning die zij bieden, wordt afgestemd op de ondersteuningsvraag van de cliënt. Een team geeft aan hierdoor zelfs dagbesteding op de woning aan te bieden. Persoonlijk begeleiders pakken actief hun verantwoordelijkheid waar het gaat om de coördinatie van de ondersteuningsvragen van cliënten. Waar mogelijk wordt het Mijn Plan zoveel mogelijk opgesteld (in samenspraak) met de cliënt. Tijdens een evaluatie hiervan, wordt het belangrijk gevonden om aandacht te hebben voor de stem van de cliënt, ook in de samenstelling waarin bijvoorbeeld wettelijks vertegenwoordigers of ouders aanwezig zijn. Zij kunnen namelijk weleens een andere mening hebben. Soms is het voeren van de dialoog over de wensen en doelen van een cliënt lastig, omdat deze vanuit professioneel perspectief niet altijd haalbaar of realistisch zijn.
Er worden wel nog verbetermogelijkheden gezien met betrekking tot het nieuwe integraal cliëntdossier Pluriform. Zo is er behoefte aan kennis over privacy in het kader van het cliëntverwantenportaal.
Medische informatie (zoals voorgeschiedenis of advies) vanuit de medische dienst wordt gemist in het dossier van de cliënt, omdat zij niet binnen Pluriform werken.Voor het integraal samenwerken zou het fijn zijn als bijvoorbeeld uitslagen ook teruggelezen kunnen worden in Pluriform.
Voor Eigenz is de ZRM (Zelfredzaamheid-Matrix) toegevoegd binnen Pluriform. Dit is een instrument waarmee de mate van zelfredzaamheid van cliënten in kaart kan worden gebracht en hier op kan worden doorontwikkeld. Voorheen werd er door Eigenz ook met Dit vind ik ervan! gewerkt en dit sloot minder goed aan voor deze doelgroep. Eigenz heeft een handreiking opgesteld, zodat zij allen een professionele en eenduidige werkwijze hebben in het gebruik van de ZRM. Eigenz geeft aan dat er soms eerder al in gesprek kan worden gegaan over doelen met cliënten in plaats van hiermee te wachten tot de halfjaarlijkse evaluatie. Voor een cliënt Tot slot wil Eigenz zich nog verder gaan verdiepen in hoe de zorgcyclus binnen Pluriform is vormgegeven.
Regie bij de cliënt
Eigen regie en inspraak van cliënten wordt belangrijk gevonden. Teams stimuleren de cliënt om zelf regie te pakken en om de cliënt zoveel mogelijk in eigen kracht te zetten. Er worden bijvoorbeeld keuzes gegeven wat betreft het kiezen van de maaltijd, de invulling van een verjaardag of het zelf opscheppen van de avondmaaltijd. Een team vertelt bijvoorbeeld een cliënt van kennis over gezonde voeding te voorzien, zodat deze regie kan nemen op zijn eigen afvalproces. Soms wordt het nog lastig gevonden om vorm te geven aan eigen regie, omdat er toch snel teveel kan worden overgenomen van cliënten. Bijvoorbeeld omdat dit sneller gaat. Hier moet een balans in worden gevonden.
Over onvrijwillige zorg wordt aangegeven dat het belangrijk is om eerst met elkaar te kijken naar vrijwillige alternatieven. Ook zijn teams bewust bezig met het afbouwen van bestaande onvrijwillige zorg waar mogelijk. Specifiek waar het gaat om de doelgroep 16 tot 20 jaar wordt aangegeven dat het soms lastig is wat er valt onder opvoeding en waar er misschien
toch sprake is van onvrijwillige zorg. Hierover wordt dan in gesprek gegaan met de gedragsdeskundige, zorgmanager en het team.
Eigenz maakt gebruik van de presentiebenadering om de cliënt zoveel mogelijk in hun eigen kracht te zetten. Cliënten kunnen het makkelijk vinden als de medewerker zaken voor hun regelt. Eigenz medewerkers stimuleren cliënten daarom om zelf keuzes te maken en actie te ondernemen. Zo laten medewerkers de cliënt bijvoorbeeld zelf naar de huisarts te laten bellen en gaan hier dan wel naast zitten in plaats van dat de medewerker belt. De regie komt soms ook weleens onbedoeld bij medewerkers te liggen, omdat behandelaren bijvoorbeeld via Pluriform afspraken doorzetten en de cliënt deze dan niet zelf ontvangt. Eigenz medewerkers stellen elkaar wel kritische vragen als zij het idee hebben dat dat de regie teveel bij de medewerker ligt.
Samenspel tussen zorg en ondersteuning
Goede communicatie binnen en buiten het team is voor sommige teams nog een uitdaging, maar het belang hiervan wordt wel erkend. De samenwerking met de gedragsdeskundige wordt als belangrijk ervaren en gaat bij sommige teams goed. Ook wordt de samenwerking met de fysiotherapeut, tandarts en mondhygiëniste als positief ervaren.
De samenwerking tussen wonen, de medische dienst en dagbesteding behoeft soms nog wat meer aandacht. Het gaat dan vooral over het inspelen op elkaars behoeften en het betrekken van elkaar bij veranderingen, die van invloed kunnen zijn op het leven van de cliënt. Maar deze samenwerkingen zijn er zeker op vooruit gegaan de afgelopen jaren! Zo is er extra aandacht besteed aan het betrekken van de dagbesteding bij evaluaties en is hun inbreng als waardevol ervaren. En er zijn teams die aangeven dat het contact met de dagbesteding goed loopt, zowel met de interne als de externe dagbestedingslocaties zijn de lijntjes kort en duidelijk.
Over de medische dienst wordt aangegeven, dat de tijden waarop zij benaderd kunnen worden niet altijd aansluiten op de daginvulling van de cliënt. Echter zijn er ook veel lovende woorden over de medische dienst. Zo wordt er aangegeven dat het contact met de arts VG goed is, er vertrouwen is in haar, alsook in de medewerkers van de poli.
Een ander team geeft aan dat de poliverpleegkundige elke week langskomt om cliënten door te spreken en dit als zeer waardevol, laagdrempelig en efficiënt wordt ervaren. Zo neemt de poliverpleegkundige meteen actie richting de arts VG en wordt er bloed geprikt op de woning zelf, zodat de cliënt in zijn veilige omgeving kan blijven. Er wordt door sommige teams ook goed samengewerkt met de technische dienst en ze geven aan dat ze er snel zijn wanneer er een melding gemaakt wordt. Tot slot wordt er in het samenspel tussen zorg en ondersteuning ook gebruikgemaakt van vrijwilligers, bijvoorbeeld voor uitjes met cliënten.
Eigenz geeft aan veel externe samenwerkingen te hebben en dat dit afhankelijk van de organisatie al goed of soms nog moeizamer verloopt. Het contact met de wettelijk vertegenwoordigers verloopt daarentegen wel goed en ziet Eigenz ook een verbetering in de samenwerking met andere disciplines middels de opvolgacties van Pluriform. Ook hebben zij een positieve ervaring met Topdesk. Eigenz zou nog meer gebruik willen maken van de kennis en kunde van de gedragsdeskundige, maar soms is het onduidelijk wie hiervoor benaderd kan worden uit het cluster. Tot slot geven zij aan dat de verwachtingen van het netwerk en van de cliënt soms niet op één lijn liggen. Het is dan belangrijk dat medewerkers bij de cliënt toetsten wat hij/zij wil en hoe hiermee om te gaan.
Veilig zorg en ondersteuning
Er wordt bewust omgegaan met dit onderwerp door teams. Het lerend verbeteren naar aanleiding van incidentmeldingen staat hoog in het vaandel.
Zo worden er acties ingezet om bepaalde risico’s en incidenten op de locatie te voorkomen voor cliënten en medewerkers. Dit is soms een uitdaging gezien de verschillende ondersteuningsvragen van de cliënt. Er is door sommige teams behoefte aan meer samenwerking met andere disciplines op dit thema. Andere teams geven aan de afdeling Preventie & Veiligheid te betrekken over hoe er kan worden omgegaan met risico’s op de woonlocatie.
Er is bijvoorbeeld oog voor de jaarlijkse BHV training en het beschikbaar hebben van veiligheidsmateriaal op de locatie. Met Preventie & Veiligheid wordt ook nog opgepakt hoe schoonmaakmiddelen veilig kunnen worden opgeborgen in een afgesloten ruimte en het actualiseren van de plattegrond van locaties. Teams geven aan nog meer aandacht te willen gaan besteden aan medicatieveiligheid, middelengebruik en gevaarlijke voorwerpen. De nazorg richting collega’s na een incident zou misschien nog beter georganiseerd kunnen worden. Nu wordt er vooral gekeken of een incident administratief goed is afgehandeld.
Vakbekwame en betrokken medewerkers
Teams zijn zich bewust van de huidige kwaliteit en professionaliteit binnen het team, werken continu aan hun ontwikkeling, kunnen hierop reflecteren en hebben een beeld bij wat ze nog willen verbeteren.
Zo wordt er aangegeven zij zich vastbijten in het werken met nieuwe systemen, zoals het nieuwe integraal cliëntendossier Pluriform, en dat ze elkaar hierin ook ondersteunen en kennis delen. Er wordt hierin wel ook meer ondersteuning (zoals een knoppentraining) vanuit de organisatie gewenst om voldoende toegerust te zijn op het werken met nieuwe systemen. Meerdere teams geven aan meer te gaan willen werken volgens een vastgestelde methodiek (zoals CGW of LACCS) en sommige hebben hier ook al een scholing voor gevolgd. Op het leerplein wordt er in ieder geval voldoende aangeboden.
Er wordt aangegeven dat teamleden zich soms weleens te betrokken kunnen voelen bij collega’s en cliënten en ervoor moeten waken niet in hun vrije tijd ook betrokken te blijven.
Eigenz geeft aan zich meer te willen gaan richten op een uitbreiding van hun netwerk op het gebied van NAH (niet-aangeboren hersenletsel). Daarnaast willen ze ook een scholing gaan volgen om meer kennis te verwerven over NAH. Teams proberen vakbekwaam te blijven door relevante trainingen te volgen en intervisie te houden met elkaar. Ook geeft Eigenz aan veel te maken te hebben met externe invloeden rondom de cliënt en zich daarom te willen gaan verdiepen in ‘hoe omgaan met een (belemmerend) netwerk’. Ze werken hierin ook met een jaarlijks scholingsplan.